In ‘Mijn Huis: waar ik niet mag wonen’ verbeeldt een danser het levensverhaal van de Syrische acteur en vluchteling Ramez Kamel.
Hij confronteert ons met het leven van een vluchteling en neemt ons mee in zijn herinneringen aan het land Syrië, aan zijn familie, aan de sprookjes die zijn oma hem vertelde. Maar ook het constante gevaar, het regime, het vluchten en de zoektocht naar vrijheid komen ter sprake. Ramez heeft deze vrijheid gevonden in Nederland. Een heel ander land met andere gewoontes, waar hij, zijn vrouw en hun twee kinderen hard aan het werk zijn om in te burgeren. We zijn allemaal mensen die zijn geboren op deze aarde, maar opgroeien ziet er niet voor iedereen hetzelfde uit. Iedereen heeft een eigen verhaal.
Waar je aan werkt bij Mijn Huis
Leren wat een multiculturele samenleving inhoudt, door te kijken en luisteren naar dans, inleven in een ander en in andere situaties en omstandigheden, vluchten, bewustwording, respect, gelijkwaardigheid, het heft in eigen handen nemen, openheid, kwetsbaarheid en reflectie.
Burgerschapsbouwstenen: Vrijheid en gelijkheid, Identiteit, Diversiteit, Solidariteit, Denk- en Handelswijzen.
Waarom wij hebben gekozen voor Mijn Huis
Een maatschappelijk relevant onderwerp waarbij je wordt geconfronteerd met het verhaal van een vluchteling die zijn vrouw en zoontje tijdelijk achterliet op zoek naar een veiliger bestaan. Je maakt kennis met zijn reis en zoektocht naar vrijheid. Dat is niet alleen van 80 jaar geleden.
Dans en theater maken zichtbaar en voelbaar hoe dit van invloed is op zijn leven. Lonneke van Leth is een ervaren dansgezelschap voor de jeugd en we laten hiermee een andere dansvoorstelling (met taal) zien dan jullie wellicht in het kunstmenu gewend zijn (zonder taal).
Praktisch
Verschillende kinderen keken naar Mijn Huis. Ook kinderen die zelf zijn gevlucht. De voorstelling maakt bij alle kinderen wel wat los (herkenning en informatie).
De ervaring is dat de voorstelling vooral helpend is. In de docentenhandleiding wordt hierover informatie gegeven, die de leerkracht wel/niet vooraf kan bespreken met de leerlingen.